1. Rechtsherstel box 3 vóór 4 augustus via ‘spaarvariant’
De ongeveer 60.000 belastingplichtigen die tijdig bezwaar hebben gemaakt tegen de belastingheffing in box 3 over de jaren 2017 tot en met 2020, krijgen vóór 4 augustus van dit jaar rechtsherstel. Het herstel wordt geboden via de zogenaamde spaarvariant. Vooral voor mensen met spaargeld betekent dit dat ze een teruggave kunnen verwachten. Dit heeft het kabinet bekendgemaakt.
Hoe wordt de mogelijke teruggave berekend?
Er is een nieuwe methodiek opgesteld om de belastingheffing op het vermogen te bepalen voor de jaren 2017 tot en met 2020. In deze zogenaamde spaarvariant wordt de heffing in box 3 berekend via de werkelijke verdeling van het vermogen tussen spaargeld en beleggingen. Hierover wordt een forfaitair rendement berekend. Voor het spaargeld wordt uitgegaan van een forfaitair rendement op basis van de actuele spaarrente (van 0,25% in 2017 tot 0,01% in 2021), die bijna nul is. Bij het vaststellen van het forfaitair rendement van beleggingen wordt uitgegaan van het meerjarige gemiddelde rendement op beleggingen (van 5,39% in 2017 tot 5,69% in 2021). Voor schulden wordt aangesloten bij de hypotheekrente (van 3,43% in 2017 tot 2,46% in 2021).
Bedraagt de box 3-heffing op basis van deze nieuwe berekening minder dan op basis van de wettelijke berekening en maakt u tijdig bezwaar? Dan volgt een teruggaaf. Is de box 3-heffing op basis van de nieuwe berekening hoger, dan volgt geen teruggaaf. U hoeft voor de jaren 2017 tot en met 2022 echter ook niet bij te betalen.
Let op! Het kabinet wil deze uitgangspunten ook toepassen voor de heffing in box 3 over de jaren 2023 en 2024. Hiertoe zal met Prinsjesdag 2022 een wetsvoorstel worden ingediend. Het is de bedoeling dat vanaf 2025 de box 3-heffing dan plaatsvindt op basis van het werkelijke rendement.
Rechtsherstel nog niet vaststaande aanslagen
Vanaf medio september 2022 wordt daarnaast herstel geboden aan de aanslagen over 2017 tot en met 2020 die op 24 december 2021, de datum van het arrest van de Hoge Raad, nog niet onherroepelijk vaststonden. Vanaf medio oktober volgt dan het rechtsherstel voor de aangiften 2017 tot en met 2020 waarbij nog geen aanslag was opgelegd.
Afhandeling aangifte 2021
Mensen met box 3-inkomen die dit jaar op tijd aangifte hebben gedaan over 2021 en belasting moeten betalen, ontvangen deze aanslag niet voor 1 juli van dit jaar. De Belastingdienst houdt de aangiftes met box 3 apart en legt deze aanslagen vanaf augustus 2022 gefaseerd op. Op dat moment is waarschijnlijk ook een nieuwe versie van de onlineaangifte 2021 beschikbaar. Indien gewenst, bijvoorbeeld in verband met een nieuwe partnerverdeling, kan de aangifte 2021 dan opnieuw ingediend worden.
Wie voor 1 mei 2022 aangifte heeft gedaan en een teruggave verwacht, krijgt in eerste instantie wel een voorlopige aanslag die gebaseerd is op de oude systematiek. Bedraagt de box 3-heffing op basis van de nieuwe berekening minder, dan herstelt de Belastingdienst dit automatisch bij het opleggen van de definitieve aanslag. U hoeft hiervoor dus geen actie te ondernemen.
Geen bezwaar gemaakt?
Voor degenen die geen (tijdig) bezwaar maakten tegen de aanslagen 2017 tot en met 20202, beslist het kabinet later of ook zij rechtsherstel krijgen. Dit hangt af van een arrest van de Hoge Raad in een andere zaak, dat dit najaar wordt verwacht.
2. Sancties dreigen voor niet registreren in UBO-register
Voor een aantal juridische entiteiten bestaat de plicht om geregistreerd te zijn in het zogenaamde UBO-register. Valt u hieronder en heeft u zich nog niet ingeschreven, dan kunt u te maken krijgen met sancties. Dit heeft minister Kaag bekendgemaakt.
UBO-register
UBO staat voor ‘ultimate beneficial owner’, ofwel de uiteindelijke belanghebbende. Dit is de persoon die de uiteindelijke eigenaar is van of de uiteindelijke zeggenschap heeft over een bv, stichting, vereniging of andere organisatie waarvoor de registratieplicht geldt. Het UBO-register is vooral bedoeld om witwassen en terrorismefinanciering tegen te gaan.
Bij wie start de controle op inschrijving?
Ongeveer de helft van alle entiteiten die geregistreerd moeten zijn, voldoet nog niet aan deze plicht. Dit ondanks de ruime voorbereidingstijd. De aangekondigde sancties zullen zich daarom eerst richten op de entiteiten waar het risico op witwassen en financieren van terrorisme het grootst is. Bij andere entiteiten zal steekproefsgewijs gehandhaafd worden.
Let op! Voordat er gehandhaafd wordt, ontvangt u eerst een brief met een laatste waarschuwing en met een termijn om alsnog aan de registratieplicht te voldoen.
Uiteenlopende sancties
De sancties zijn uiteenlopend. Ze variëren van een bestuurlijke boete en een last onder dwangsom, tot in zeer uitzonderlijke gevallen een gevangenisstraf. Ook kan in uitzonderlijke gevallen een zaak voor strafrechtelijke handhaving worden doorverwezen naar het Openbaar Ministerie. Anderzijds zal ook op andere wijze gepoogd worden om het aantal geregistreerde entiteiten toe te laten nemen.
Nog niet ingeschreven?
Valt u onder de verplichting u in te schrijven in het UBO-register en heeft u dit nog niet gedaan? Doe dat dan alsnog. U kunt dit online doen bij de Kamer van Koophandel. Heeft u hier vragen over of hulp bij nodig, neem dan contact met ons op.
3. Is uw meewerkende partner verplicht verzekerd?
Als uw partner in uw eenmanszaak of VOF werkt, komt de vraag aan de orde of uw partner verplicht verzekerd is voor de werknemersverzekeringen. Het antwoord is afhankelijk van de vraag of er sprake is van een dienstbetrekking.
Dienstbetrekking
Uw partner is verplicht verzekerd voor werknemersverzekeringen als hij of zij werkt in dienstbetrekking bij uw eenmanszaak of VOF. Bij de beoordeling of sprake is van een dienstbetrekking spelen drie elementen een rol:
- Bestaat een verplichting om persoonlijk arbeid te verrichten?
- Wordt een vergoeding betaald?
- Is sprake van een gezagsverhouding?
Als alle drie de vragen met ja beantwoord worden, spreken we van een dienstbetrekking en dus van een verzekeringsplicht voor de werknemersverzekeringen.
Gezagsverhouding
De verplichting om persoonlijk arbeid te verrichten en het betalen van een vergoeding is al snel aan de orde. De vraag die daarom meestal voorligt, gaat over de gezagsverhouding.
Let op! Soms wordt nog weleens gedacht dat een familie- of persoonlijke band per definitie betekent dat geen gezagsverhouding aanwezig is. Dit is niet juist. Voor de aanwezigheid van een gezagsverhouding is het namelijk voldoende dat de werkgever bevoegd is om de werknemer bindende aanwijzingen over het werk te geven. De familie- of persoonlijke band wordt wel betrokken in de beoordeling of sprake is van een gezagsverhouding, maar sluit deze dus niet per definitie uit.
Meer dan alleen aanwijzingen
Het geven van aanwijzingen betekent overigens niet dat meteen een gezagsverhouding ontstaat. Een opdrachtgever maakt met zijn opdrachtnemer immers ook afspraken over het resultaat van de werkzaamheden van de opdrachtnemer. Een gezagsverhouding kan wel ontstaan als ook over de invulling (hoe, wanneer, waarmee et cetera) van de werkzaamheden aanwijzingen worden gegeven. Het antwoord op de vraag of een gezagsverhouding en dus een dienstbetrekking aanwezig is, is dus sterk afhankelijk van de feiten en omstandigheden.
Tip! Werkt uw partner onder vergelijkbare omstandigheden en voorwaarden als uw andere werknemers? Dan is waarschijnlijk sprake van een dienstbetrekking.
4. Giftenaftrek voor vrijwilligers, wanneer kan dit?
Als vrijwilliger kunt u soms vanwege uw vrijwilligerswerk giften aftrekken in uw aangifte inkomstenbelasting. Hiervoor geldt wel een aantal voorwaarden. Welke zijn dit?
Vrijwillig afzien van vrijwilligersvergoeding
Als u recht heeft op een vrijwilligersvergoeding, kunt u deze misschien als gift aftrekken in de aangifte inkomstenbelasting. Voorwaarde hiervoor is onder meer dat u door een regeling van de instelling recht heeft op de vergoeding, maar daar vrijwillig van afziet.
Let op! De instelling waarvoor het vrijwilligerswerk wordt verricht, moet ook bereid én in staat zijn om u de vrijwilligersvergoeding daadwerkelijk te betalen. Heeft de instelling hiervoor onvoldoende financiële middelen, dan kan de vrijwilligersvergoeding alsnog niet als gift afgetrokken worden.
Andere voorwaarden voor de giftenaftrek
Een andere voorwaarde is dat de instelling – waarvoor het vrijwilligerswerk wordt verricht – een ANBI of culturele ANBI is. Deze instelling moet aan u een verklaring geven dat vrijwilligerswerk is gedaan.
Let op! Alleen als voldaan is aan álle voorwaarden kan de vrijwilligersvergoeding als gift in aftrek komen. In de praktijk blijkt dit weleens mis te gaan.
Gemaakte kosten als gift aftrekken
Maakt u kosten voor het vrijwilligerswerk? Dan kunt u deze kosten soms als gift in aftrek brengen.
Dat kan als u de kosten niet vergoed kan krijgen of hier vrijwillig van afziet. Het moet wel gaan om kosten die volgens maatschappelijke opvattingen vergoed behoren te worden. Denk hierbij aan reiskosten, portokosten, kosten voor papier, autokosten et cetera.
Tip! Voor autokosten geldt een vast bedrag van € 0,19 per kilometer. Wordt per taxi gereisd, dan mogen de werkelijke kosten in aanmerking genomen worden.
Let op! Als u afziet van de vrijwilligersvergoeding én kosten maakt, komen deze kosten alleen in aftrek voor zover deze hoger zijn dan de vrijwilligersvergoeding.
5. Persoonlijke attentie aan werknemer kan belastingvrij
Alles wat u in verband met de persoonlijke relatie aan uw werknemer geeft in plaats van in verband met de dienstbetrekking, is geen loon. Dit kan daarom belastingvrij. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een fruitmand voor een zieke werknemer of een rouwkrans bij overlijden. Geeft u een persoonlijke attentie met een factuurwaarde (inclusief btw) van maximaal € 25 (geen geld of een waardebon)? En geeft u dit in een situatie waarin anderen ook zo’n persoonlijke attentie zouden geven? Dan gaat de Belastingdienst ervan uit dat dit geen loon is. Dit kan dus belastingvrij. Voldoet u niet (helemaal) aan deze voorwaarden? De factuurwaarde is bijvoorbeeld meer dan € 25? Dan kan er nog steeds sprake zijn van geen loon als er geen verband met de dienstbetrekking is. Houd er dan wel rekening mee dat u hierover misschien in discussie komt met de Belastingdienst.
6. AanZET: subsidie voor zero-emissieloze vrachtwagens
Voor de aanschaf van nieuwe emissieloze vrachtwagens kunnen ondernemingen en non-profitorganisaties vanaf 9 mei 2022 bij de Rijksdienst voor Ondernemen (rvo.nl) de Aanschafsubsidie Zero Emissie Trucks, oftewel AanZET, aanvragen. U kunt de subsidie pas aanvragen nadat u een koop- of financial-leaseovereenkomst zonder onherroepelijke verplichtingen heeft afgesloten. Deze overeenkomst mag op het moment dat u de subsidie aanvraagt, nog niet definitief zijn. De subsidie is een percentage van de verkoopprijs van het vrachtautochassis inclusief af-fabriekopties, maar exclusief btw. De hoogte is afhankelijk van twee factoren: het type voertuig en de grootte van de onderneming.
7. TVL terugbetalen, hoe gaat dat?
Ondernemers die tijdens de coronacrisis fors omzetverlies hebben geleden, hebben waarschijnlijk de afgelopen twee jaar over een of meerdere periodes Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) ontvangen. Als u TVL moet terugbetalen, kan dat op verschillende manieren. Moet u een bedrag tot € 500 terugbetalen, dan scheldt RVO u dit kwijt. Hogere bedragen kunt u in een keer terugbetalen. U kunt echter ook online regelen dat u dit in 6, 12, 18 of 24 maandelijkse termijnen doet. Mocht u toch meer tijd nodig hebben, dan kunt u ook een persoonlijke betalingsregeling afspreken. In alle gevallen betaalt u geen rente.
8. Geen btw voor zonnepanelen op woningen?
Het kabinet wil de levering en installatie van zonnepanelen op of bij woningen in de toekomst belasten met 0% btw. Op deze manier worden de administratieve lasten voor vooral particulieren rond het terugvragen van btw op zonnepanelen fors verminderd. Het is de bedoeling dat het btw-nultarief op 1 januari 2023 ingaat. Het betreft echter nog een wetsvoorstel onder voorbehoud. Als het wetsvoorstel definitief is, moeten ook de Tweede en Eerste Kamer nog akkoord gaan.
9. Coronategemoetkoming amateursport en verhuur sportaccommodaties verlengd
Amateursportorganisaties kunnen een beroep doen op de Tegemoetkoming amateursportorganisaties (TASO) vierde periode als ze in de periode 1 november 2021 tot en met 31 januari 2022 minimaal 10% omzetverlies hadden en daardoor een financiële schade leden van minimaal € 1.000. De hoogte van de financiële schade wordt gesteld op 18% van de inkomsten in het laatste afgesloten boekjaar voorafgaand aan de coronauitbraak De TASO loopt op van € 1.500 bij een schade van minstens € 1.000, tot maximaal € 24.000 bij een schade van meer dan € 48.000. Verhuurders van sportaccommodaties die in de periode 1 november 2021 tot en met 31 januari 2022 huur kwijtscholden, kunnen hiervoor 100% compensatie krijgen door de TVS-regeling. Beide tegemoetkomingen zijn aan te vragen tot en met 30 mei 2022 via een formulier op de site van dus-i.nl. Een beroep op de TASO of TVS is niet mogelijk als voor de periode al TVL ontvangen is.
10. Teruggaaf AWf-premie over 2020 en 2021 bij meerdere arbeidsomvangen
Een arbeidsovereenkomst met meerdere arbeidsomvangen wordt niet langer als oproepcontract gezien. Dit heeft tot gevolg dat voor deze arbeidsovereenkomst de lage premie AWf kan gelden, mits u ook aan de overige voorwaarden hiervoor voldoet. Het gewijzigde standpunt gaat in met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2020. Dat betekent dat u in 2020 of 2021 mogelijk te veel premie betaalde. U kunt deze premie terugkrijgen. Het gewijzigde standpunt geldt voor 2020, 2021 en 2022. De Belastingdienst komt later met informatie over hoe u met deze arbeidsovereenkomsten vanaf 2023 moet omgaan en wat voor invloed dat heeft op de AWf-premie.