1. Normbedrag gebruikelijk loon dga naar € 51.000
Het normbedrag van het gebruikelijk loon voor de dga bedraagt vanaf 2023 € 51.000. Daarnaast verdwijnt de doelmatigheidsmarge in de gebruikelijkloonregeling. Deze twee aanpassingen betekenen dat het voor de dga verstandig is om te beoordelen of zijn loon mogelijk moet worden aangepast.
Berekening gebruikelijk loon 2023
Een aandeelhouder met een aanmerkelijk belang die ook werkzaamheden verricht voor de bv (waaronder de dga) moet een gebruikelijk loon ontvangen. Het gebruikelijk loon bedraagt in 2023 het hoogste bedrag van de volgende bedragen:
- het loon uit de vergelijkbaarste dienstbetrekking of
- het loon van de meest verdienende werknemer van de bv of
- € 51.000.
Tip! Onder bepaalde voorwaarden kan het gebruikelijk loon lager zijn. De bewijslast hiervan ligt wel bij uw bv.
Verdwijnen doelmatigheidsmarge
In het Belastingplan 2023 is het verdwijnen van de doelmatigheidsmarge opgenomen. Waar u in 2022 nog rekening mag houden met 75% van het loon uit de vergelijkbaarste dienstbetrekking, wordt dit vanaf 2023 100% van dat loon. Deze wijziging, tezamen met de verhoging van het normbedrag van € 48.000 in 2022 naar € 51.000 in 2023, kan betekenen dat uw loon omhoog moet om nog gebruikelijk te zijn.
Let op! De Tweede Kamer gaat al akkoord met de verdwijning van de doelmatigheidsmarge. De Eerste Kamer stemt hierover medio december 2022.
Voorbeeld verhoging gebruikelijk loon
Stel: in 2022 en 2023 bedraagt het loon uit de vergelijkbaarste dienstbetrekking € 62.000 en het loon van de meest verdienende werknemer € 47.000. Het gebruikelijk loon in 2022 bedraagt dan € 48.000 (het hoogste bedrag van 75% van € 62.000 = € 46.500, € 47.000 en € 48.000). Het gebruikelijk loon in 2023 bedraagt echter € 62.000 (het hoogste bedrag van € 62.000, € 47.000 en € 51.000). Uw gebruikelijk loon stijgt dan dus met € 14.000!
Let op! De hoogte van het loon uit de vergelijkbaarste dienstbetrekking zal mogelijk tot meer discussie kunnen leiden met de Belastingdienst. Waar tot 2022 nog een discussiemarge bestond van 25%, is deze vanaf 2023 namelijk volledig verdwenen.
Onderdelen gebruikelijk loon
Het gebruikelijk loon omvat behalve het reguliere loon in geld, ook loon in natura en de bijtelling van de auto vanwege privégebruik. Ook de vergoedingen en verstrekkingen die onder de werkkostenregeling als eindheffingsloon zijn aangewezen, kunnen meetellen, mits zij individualiseerbaar zijn.
Tip! Het reguliere loon van de dga uit het eerdere voorbeeld kan in 2023 lager zijn dan € 62.000. Stel dat de dga bijvoorbeeld een bijtelling heeft voor een terbeschikkinggestelde auto van € 12.000 en vergoedingen onder de werkkostenregeling die als eindheffingsloon zijn aangewezen in de vrije ruimte ter grootte van € 2.400, dan hoeft het reguliere loon maar € 47.600 te bedragen in plaats van € 62.000.
2. Spreid de jubelton over 2022 en 2023
De eenmalige belastingvrije schenking voor onder andere de aankoop van een woning, ook bekend als de jubelton, wordt afgeschaft. Als u in 2022 nog in actie komt, kunt u de huidige jubelton van € 106.671 nog spreiden over 2022 en 2023.
Jubelton
Ouders kunnen bijvoorbeeld aan hun kinderen via de jubelton in 2022 nog een belastingvrije schenking doen. De vrijstelling geldt overigens ook voor derden. U kunt deze schenking dus aan een willekeurig persoon doen. Er zijn echter wel voorwaarden. Zo dient de jubelton gebruikt te worden om:
- een eigen woning te kopen of te verbouwen;
- de hypotheek of restschulden van de eigen woning af te lossen;
- de rechten van erfpacht, opstal of beklemming van de eigen woning af te kopen.
Een lager bedrag in 2023
De jubelton bedraagt nu nog € 106.671, maar wordt in 2023 beperkt tot een bedrag van € 28.947. Per 2024 verdwijnt de jubelton helemaal.
Spreid de jubelton
Wilt u nog optimaal profiteren van de fiscale vrijstelling voor een schenking voor de eigen woning? Doe dit dan vóór 1 januari 2023. U hoeft dan niet meteen in 2022 al het volledige bedrag te schenken om optimaal te profiteren. Een schenking van € 1 in 2022 is al voldoende. U kunt het restant schenken in 2023.
Let op! U moet wel zowel in 2022 als in 2023 voldoen aan alle voorwaarden voor de jubelton. Daarnaast moet u ook zowel in 2022 als in 2023 de vrijstelling voor de jubelton aanvragen in de aangifte schenkbelasting voor 2022 en 2023.
Tip! Schenkt u in 2022 nog niet het gehele bedrag van de jubelton, dan kunt u dus in 2023 het restant schenken. Daarnaast kunt u in 2023 ook nog gebruikmaken van de jaarlijkse reguliere vrijstelling voor 2023 (€ 6.035 voor een schenking van ouders aan kinderen en € 2.418 voor een schenking aan anderen).
Voorwaarden
Voor de jubelton geldt een aantal voorwaarden. Zo moet de ontvanger van de schenking tussen de 18 en 40 jaar oud zijn, moet de jubelton gebruikt worden voor de eigen woning en moet u via schriftelijke bewijzen kunnen aantonen dat de schenking is betaald. Een schenking op papier voldoet dus niet.
Tip! Controleer goed of u voldoet aan alle voorwaarden. Onze adviseurs kunnen u daarbij van dienst zijn. Daarmee voorkomt u dat de vrijstelling onverwacht toch niet van toepassing is.
Besteden schenking tot en met 2024
Een voorwaarde voor de jubelton is dat de schenking voor de eigen woning wordt gebruikt. De ontvanger heeft daar enige tijd voor. Als u in 2022 schenkt, kan de ontvanger de schenking nog tot uiterlijk 2024 besteden aan de eigen woning. Dit geldt ook voor een eventuele aanvullende schenking in 2023.
Let op! Deze plannen moeten nog wel door de Eerste Kamer worden goedgekeurd en zijn dus nog niet definitief.
3. Belasting over broodfonds
Een broodfonds is een particulier initiatief van zelfstandig ondernemers om bij langdurige ziekte elkaar financieel te ondersteunen. Over de vraag of een deelnemer aan een broodfonds belasting verschuldigd is, is meer duidelijkheid verstrekt.
Broodfonds
Grofweg werkt een broodfonds als volgt. De deelnemende ondernemer legt maandelijks een bedrag in. Daarnaast betaalt de deelnemer eenmalig inschrijfkosten en een maandelijkse contributie.
Als een ondernemer ziek wordt, krijgt deze – over het algemeen na een wachttijd van een maand – gedurende maximaal twee jaar schenkingen van de andere aangesloten ondernemers. Het bedrag van de schenking is afhankelijk van de maandelijkse inleg van de ondernemer.
Inkomstenbelasting box 1: uitkeringen uit en betalingen aan broodfonds
Als een ondernemer schenkingen uit een broodfonds ontvangt vanwege zijn ziekte, zijn deze volgens de Belastingdienst niet belast in box 1. De bedragen die de ondernemer maandelijks inlegt, zijn daarentegen ook niet aftrekbaar in box 1.
Inkomstenbelasting box 3: aandeel in broodfonds
Het aandeel van de ondernemer in het broodfonds moet volgens de Belastingdienst voor box 3 gewaardeerd worden op het saldo van de ingelegde bedragen, verminderd met de contributie en de gedane uitkeringen.
Tip! Het recht op een ingegane uitkering, maar ook het recht op een niet-ingegane uitkering, heeft een waarde die eigenlijk in box 3 opgegeven zou moeten worden. Uit praktisch oogpunt geeft de Belastingdienst aan dat deze waarde op nihil kan worden gesteld. De waarde van een verplichting om uitkeringen te doen, wordt voor box 3 echter ook niet in aanmerking genomen.
Schenkbelasting
De Belastingdienst geeft aan dat bij deelname aan een broodfonds geen schenkbelasting verschuldigd is, omdat sprake is van een kansovereenkomst. De Belastingdienst merkt daarbij wel op dat bij afwijkende regels in een broodfonds de beoordeling mogelijk anders kan zijn.
4. Moet ik als ondernemer de CBS-enquêtes verplicht invullen?
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) stuurt bedrijven met regelmaat enquêtes toe. Bent u eigenlijk verplicht om dergelijke enquêtes in te vullen?
Waarom enquêtes?
Het CBS stuurt bedrijven enquêtes toe om cijfermatig inzicht te krijgen in talloze zaken die de overheid nodig heeft voor het bepalen van haar beleid. Denk daarbij aan inzicht in de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld aan de vraag of er mogelijke tekorten zijn (of dreigen te ontstaan) aan personeel in bepaalde sectoren.
Wettelijke verplichting
Een bedrijf is wettelijk verplicht de enquêtes van het CBS binnen de gestelde termijnen te beantwoorden.
Let op! Voor personen geldt de wettelijke verplichting niet. Een persoon kan wel verzocht worden om een enquête in te vullen, maar dit is dus niet verplicht.
Last onder dwangsom
Beantwoordt u de enquête van het CBS niet, dan zal het CBS dit afdwingen via een zogenaamde last onder dwangsom. U krijgt dan de kans om de enquête alsnog te beantwoorden. Als u dit niet binnen veertien dagen doet, moet u een dwangsom betalen.
Tip! Het CBS legt niet meteen een last onder dwangsom op, maar stuurt altijd eerst een herinnering met de vraag om de gegevens met spoed op te sturen.
Hoogte dwangsom
De hoogte van de dwangsom is afhankelijk van de omvang van uw onderneming, de periode waarop de gevraagde gegevens betrekking hebben en uw responsgedrag, ofwel de mate waarin u verzuimt de gevraagde gegevens aan te leveren. De hoogte van een dwangsom kan oplopen tot € 16.000, maar in bijzondere gevallen zelfs tot € 500.000.
Boete
Bij een tweede of volgende overtredingen kunt u bestraft worden met een boete die kan oplopen tot maximaal € 5.000.
Let op! Het dan alsnog beantwoorden van de enquête doet de boete niet vervallen.
Bezwaar
Bent u het niet eens met een opgelegde sanctie, dan kunt u in bezwaar bij de directeur-generaal van het CBS. Wijst deze uw bezwaar af, dan kunt u naar de rechter stappen.
Let op! Het ontvangen en betalen van een last onder dwangsom of een boete ontslaat u niet van de verplichting om de enquête te beantwoorden.
5. Voorlopig geen info meer uit UBO-register
Voor de meeste organisaties bestaat de plicht om de uiteindelijke eigenaar of degene die uiteindelijk zeggenschap heeft, te registeren in het zogenaamde UBO-register. Via de KVK kunnen derden informatie uit dit UBO-register opvragen. De Europese bepaling die dit regelt, is volgens het Hof van Justitie van de EU echter onvoldoende onderbouwd – met name met het oog op bescherming van de privacy – en daarmee ongeldig. De uitspraak van het Hof is voor minister Kaag aanleiding om naar de verstrekking van informatie over UBO’s te kijken. Daarom wordt door de KvK voorlopig ook een informatiestop gehanteerd. De uitspraak betekent echter niet dat er iets verandert aan de plicht om UBO’s in het register in te schrijven.
6. Urencompensatie als feestdag op parttimedag valt?
Indien een vaste vrije dag van een parttimer op een feestdag valt, heeft hij/zij een vrije dag minder dan andere werknemers. Compenseert u hem/haar als werkgever hier niet voor, dan maakt u zich schuldig aan ongelijke behandeling. Het College voor de Rechten van de Mens (CRM) heeft herhaaldelijk bepaald dat dit niet is toegestaan. U moet daarom zorgen dat u uw werknemers gelijk behandelt. Dit kan door een pro-rataberekening te maken voor alle parttimers of door een jaar-urensysteem te hanteren.
7. Hoge Raad akkoord met verplichte aangifte loonheffingen via eHerkenning
De Hoge Raad is van oordeel dat er een wettelijke basis is om eHerkenning verplicht te stellen voor het doen van aangifte. In beginsel is er ook geen bezwaar tegen dat aan deze verplichting kosten verbonden zijn. De Hoge Raad merkt hierbij wel op dat deze niet onevenredig mogen zijn in verhouding tot het na te streven doel. De jaarlijkse kosten van eHerkenning die een belastingplichtige moet maken, bedragen ongeveer € 20 à € 25. De Hoge Raad acht deze kosten voor de aangifte loonheffingen niet onevenredig. De Hoge Raad stelt de Belastingdienst dan ook in het gelijk in een rechtszaak die ging over het indienen van een aangifte loonheffingen met eHerkenning.
8. Terugdraaien anoniementarief vanaf 2023 toegestaan
U moet als werkgever het anoniementarief van 52% toepassen als een werknemer geen volledige of juiste gegevens aan u verstrekt. Verder houdt u dan ook geen rekening met loonheffingskorting, het maximumpremieloon voor de premies werknemersverzekeringen en het maximumbijdrageloon voor de Zvw. Als een werknemer alsnog de volledige/juiste gegevens verstrekt, mag u vanaf dat moment het normale tarief toepassen en rekening houden met loonheffingskorting, maximumpremieloon voor werknemersverzekeringen en maximumbijdrageloon voor de Zvw. Tot en met 2022 mag u dit niet met terugwerkende kracht doen, vanaf 2023 is dat wel toegestaan. Deze terugwerkende kracht is alleen mogelijk in hetzelfde jaar en u moet dan wel correcties van de eerdere aangiften inzenden.
9. Nieuwe normbedragen maaltijden, thuiswerken en reiskosten 2023 bekend
De Belastingdienst heeft de normbedragen die in 2023 gelden voor maaltijden, thuiswerken en reiskosten bekendgemaakt. Voor de waarde van maaltijden in bedrijfskantines of soortgelijke ruimtes of tijdens personeelsfeesten op de bedrijfslocatie geldt een normbedrag. Dit normbedrag stijgt van € 3,35 in 2022 naar € 3,55 in 2023 per maaltijd. Voor de extra kosten die verbonden zijn aan thuiswerken, kunt u, onder voorwaarden, een onbelaste vergoeding geven van € 2 in 2022 en van € 2,15 in 2023 per dag. Voor de zakelijke reiskilometers (waaronder woon-werkkilometers) die uw werknemer maakt met een eigen vervoermiddel kunt u een onbelaste vergoeding geven van € 0,19 in 2022 en van € 0,21 in 2023 per kilometer.
10. Meer bijtelling voor nieuwe duurdere elektrische auto
Voor een nieuwe elektrische auto met een catalogusprijs van € 30.000 of meer gaat vanaf 2023 een hogere bijtelling gelden. Vanaf 2023 gaat de lage bijtelling van 16% namelijk nog maar gelden tot een catalogusprijs van € 30.000 in plaats van € 35.000 nu. Over het meerdere is de bijtelling 22%.
De verhoging gaat ook de automobilist geld kosten met een elektrische auto die nu al ouder is dan vijf jaar of dat in 2023 wordt. De oorspronkelijke bijtelling bij aankoop van de auto geldt namelijk maar voor vijf jaar. Daarna gaat de bijtelling gelden die op dat moment van toepassing is.
De verhoging van de bijtelling geldt niet voor auto’s die rijden op waterstof of op zonnecellen. Voor deze auto’s blijft de bijtelling 16% over de gehele catalogusprijs.